Verdiepen

In deze fase verdiept de school de inzet van cultuureducatie door structurele implementatie op lijn van de docent én van de leerling. De docent krijgt handvatten om onderwijs te geven dat bijdraagt aan het realiseren van de ambitie van de school. De culturele competenties en de indicatoren vormen een groot onderdeel van die handvatten.

Verdiepen

De docent brengt de leerwensen van de leerlingen in kaart en weet welke ingrepen hij of zij kan doen om de ambitie van de school aan te laten sluiten op de wensen en behoeften van de leerling. Hierin kan de docent ondersteund worden door de directeur, cultuurcoördinator, maar ook een trainer of een co-teacher.

De school zoekt naar duurzame samenwerkingen met de culturele omgeving (domein 2 en 3). In deze fase is iedereen in gesprek met elkaar over kunst als een manier van leren. Vanuit maken én meemaken. De leerlingen worden ook betrokken bij deze gesprekken en komen tot een proces van leren, waarin ze tot betekenisvolle inzichten komen.

In deze fase zijn betrokken: adviseur Kunstloc, intermediair, directeur, cultuurcoördinator, co-teacher, docent en leerling

Wat is er in deze fase zichtbaar ontwikkeld op de lijn van

  • De directie/ het management is op de hoogte van en staat achter de visie, de ambitie en het jaarplan voor uitvoering van cultuureducatie en kan deze uitdragen (op verschillende locaties) binnen de organisatie.
  • De directie/ management investeert, ondersteunt en faciliteert in tijd, financiën en ruimte om het cultuurplan uitvoering te geven.

  • Het kernteam heeft een visie, de ambitie en een jaarplan voor uitvoering van cultuureducatie vastgelegd in een cultuurplan. Met daarin een koppeling naar de algemene visie en het curriculum van de school gemaakt (curriculum). Er is dus een compleet cultuurplan voor de school aanwezig met zicht op de implementatie in het curriculum van de school.
  • Het kernteam heeft inzicht in benodigde financiën, materialen en mensen om het cultuurplan uitvoering te geven. Daarnaast hebben ze zicht op de daarvoor benodigde leerlijnen/methodes en middelen.
  • Het kernteam faciliteert in deskundigheidsbevordering voor het team om de docent in staat te stellen te werken aan de ambitie van de school vanuit de individuele leerwensen.

  • De docent is in staat aan de hand van leerlijnen doorlopend cultuureducatie te bieden aan de leerling.
  • De docent weet hoe hij of zij aan cultuureducatie kan werken om benoemde ambitie op schoolniveau te vertalen naar de leerling.
  • De docent kan aangeven wat hij of zij nodig heeft om dit doorlopend cultuureducatie aan te kunnen bieden aan de leerling.
  • De docent heeft zicht op de visie, het belang, het cultuurplan, de in te zetten middelen en de competenties cultuureducatie. Hij of zij heeft de motivatie, kennis en kunde om hier vorm aan te geven en kan hier continuïteit in aanbieden op school.
  • De docent kan aangeven hoe er aan de ambitie gewerkt wordt en wat er nog verbeterd kan worden. Hij of zij weet wat hiervoor nodig is op zowel het niveau van de school als van de docent.

  • De leerling ervaart dat cultuureducatie onderdeel uitmaakt van het onderwijscurriculum.
  • De leerling ervaart een ontwikkeling in zijn of haar cultuureducatie en kan hierop reflecteren en waarderen.